Ondernemers kunnen sinds maart uitstel krijgen voor het betalen van tal van belastingen, zoals loonheffingen, vennootschapsbelasting (VPB) en BTW. De belastingschulden die ondernemers zo tijdelijk terzijde schuiven zijn inmiddels opgelopen tot een slordige € 13 miljard, schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën aan de Tweede Kamer.
Uitstel belastingbetaling vóór 1 oktober verlengen
Vijlbrief wil dat de betalingsachterstanden van ondernemers niet verder oplopen dan noodzakelijk. Daarom komt er geen verlenging van de regeling, in tegenstelling tot andere steunregelingen. Dit houdt in dat ondernemers alleen nog tot 1 oktober 2020 uitstel van betaling kunnen aanvragen. Dat uitstel duurt 3 maanden, en loopt dus uiterlijk tot het eind van het jaar. Na afloop van het uitstel start de Belastingdienst weer ‘ouderwets’ met invorderen. Dat kan dus vanaf 1 januari 2021 zijn, maar ook al eerder als het uitstel van de ondernemer nog dit jaar afloopt. In dat laatste geval kan het dus raadzaam zijn om het uitstel nog vóór 1 oktober te verlengen.
Ondernemers moeten dus vanaf 2021 weer tijdig hun nieuwe belastingschulden betalen. Bijvoorbeeld de BTW-rekening over het 4e kwartaal van 2020 of de loonheffingen over december 2020. De Belastingdienst adviseert ondernemers die tegen die tijd nog te krap bij kas zitten om regulier uitstel te vragen of om een betalingsregeling af te spreken.
Ruime termijn, gunstige invorderingsrente
Voor de opgebouwde schulden in de uitstelperiode is er een ‘ruimhartige’ terugbetalingsregeling, stelt Vijlbrief. Ondernemers kunnen er 2 jaar over doen, tot 1 januari 2023. Ze betalen dan hun schuld in gelijke maandelijkse delen af, maar meer mag natuurlijk. Lukt het niet in 2 jaar, dan kunnen ondernemers nog contact opnemen met de Belastingdienst voor maatwerk. Ondernemers krijgen in december een brief van de Belastingdienst met details over hun betalingsregeling, en in maart 2021 nog een brief met de actuele schuldstand.
Naast de ruime termijn blijven ook de rentes relatief gunstig. Zo is er de invorderingsrente, die de fiscus rekent als belastingplichtigen te laat zijn met hun betaling. Die is nu al tijdelijk op 0,01% gezet, en dat blijft ook in 2021 zo. Ook is er enige coulance met de belastingrente (tool), die onder meer in beeld komt als de inspecteur bij de aanslag afwijkt van de aangifte van de ondernemer. De belastingrente staat momenteel ook op 0,01%, maar die gaat in 2021 weer terug naar het oorspronkelijke niveau van 4%. Dat percentage gaat echter in 2021 ook gelden voor de VPB, terwijl dat normaal 8% is.